Oudjaar in Thailand. Ik zal eens vertellen hoe wij dat ´s meemaakten. Oudjaar 2002/ 2003. Wij waren s´ochtends 31 december aangekomen op BKK airport en zouden maar 3 dagen in Bangkok blijven. We hadden er niet speciaal voor gekozen om met oudjaar in Thailand te zijn maar het kwam simpelweg met vakantiedagen zo het beste uit. Familie in het Noorden van Thailand vieren oud en nieuw niet en wij zouden eerst wat bezienswaardigheden in BKK bezichtigen voordat we naar hen zouden gaan. Oud en nieuw zaten daar gewoon simpel tussen. Het voornemen was om er een rustig dagje van te maken om de reis wat uit de benen te krijgen. Maar als rechtgeaarde Nederlanders wilde we oud en nieuw niet zomaar op de hotelkamer doorbrengen. Tijdens de transfer vliegveld hotel ontmoette we een Nederlands stel en het “klikte” na wat wetenswaardigheden uitgewisseld te hebben kwam het gesprek op het onderwerp; zullen we vanavond oud en nieuw samen wat gaan doen? Zij wilde een dinercruise gaan doen. Ik had daar reeds eerder over gelezen en dat express niet met mijn partner besproken want ik wist dat dat met enthousiasme ontvangen zou worden. En ja hoor… ik kwam er dus niet onderuit. Het viel allemaal wel mee maar erg enthousiast zal ik nooit worden van dat soort uitjes. Ik wil er niet veel woorden aan vuil maken maar het eten was behoorlijk matig van kwaliteit maar het uitzicht fantastisch. En het gezelschap maakte alles goed zal ik maar zeggen. Maar het was reeds vroeg afgelopen omstreeks 22.30 en het voor ons Nederlanders speciale 00.00 uur nog niet aangebroken! Dus er moest nog iets gebeuren. Ik had op één of ander Thailandclubje (noem geen namen) gelezen dat er in de buurt van het World Trade Center een aardig gelegenheidje was waar een bandje speelde en waar je leuk van een drankje zou kunnen genieten. Dat was wat ik me dus ook voorstelde. Ik hoef niet zoveel poespas, ik wil gewoon wat zitten drinken, ouwehoeren en beetje rondkijken. Dus wij in een taxi en richting WTC. De chauffeur begon al te mekkeren dat hij er waarschijnlijk niet zou kunnen komen maar hij zou zijn best doen. (dus ik was gewaarschuwd maar besefte niks) Op een gegeven moment komen we in een entourage van een hoop Thaise mensen op straat, natuurlijk eetstalletjes er bij en de chauffeur kon niet meer verder, dus we zouden wel in de buurt zijn…… Ik had nog steeds het idee van terrasje, muziekje, biertje enz. enz. Er was een hoop volk op straat en dat liep allemaal één richting uit, dus het zou daar heel gezellig zijn (Thaise logica). Die gezelligheid werd natuurlijk versterkt met allerlei kraampjes waar van alles werd verkocht maar natuurlijk vooral eten (bier? nergens). Wij liepen maar wat mee met alle mensen, er zou tenslotte wat te doen zijn (?) maar echt duidelijk was het niet waar al die mensen naar toe gingen. Maar van minuut tot minuut werd het drukker en drukker en het werden er nog veel meer dan een hoop mensen. Langzaam aan werden we ingesloten in één grote mensenmassa en konden we niet voor of achteruit. Dit was dus niet onze bedoeling! (en vooral de mijne niet) toen we beseften dat we in een grote zee van mensen waren opgeslokt konden we geen stap meer verder en stonden we vast. Echt letterlijk vast, man tegen man, vrouw tegen vrouw en alles daartussenin maar niet meer op een leuke mannier. De massa deinde als golven heen en weer, lopen was onmogelijk. En, dat was nog het ergste de eetstalletjes waren er nog steeds. Dus één grote dringende mensenmassa en daar tussen kokende ketels, barbecues, gastanks enz. Ik kan niet zeggen dat het zweet ons uitbrak want we waren al tot op de draad doorweekt. Ik ben al niet dol op hopen mensen maar dit was een bijzonder angstige ervaring. Ik wist dat ik maar twee dingen kon doen; proberen zo rustig mogelijk te blijven (en hopen op het beste) en mijn partner in de gaten houden (die wil ik nl. graag houden). Ook onze medelanders waren vervuld van angst maar besefte ook dat paniek het alleen maar erger zou maken. Alle Thais om ons heen vonden het feestje erg sanuk, er waren tenslotte veel mensen! Er waren weinig falangs maar de witte gezichtjes die we zagen hadden dezelfde blik als de onze; als er hier nu iets gebeurt.,.,.,.,.,.,
Ineens was het 00.00 dit werd luid en duidelijk afgeteld en een luid gejuich ging op. Wij hebben elkaar betraand omhelsd, er was verder toch geen ruimte, we vielen elkaar automatisch in de armen. Op de één of de andere mannier zijn we er uit gekomen. Het was één van de angstigste ervaringen die ik ooit heb meegemaakt terwijl ik niet zo´n bangig typje ben. De avond had niet gebracht wat we er van hadden verwacht en ik ging behoorlijk nuchter naar m´n bedje maar het is wel een ervaring die we nooit meer zullen vergeten!
Ik weet niet of ik dit “avontuur” jullie heb kunnen beschrijven, maar ik gun jullie allemaal een heel fijn oud en nieuw, waar dan ook in de wereld en ook in Thailand. Ik blijf dit jaar op de bank met bier en vrouw, oliebollen en honden, ik weet zeker, ik voel me dan héél gelukkig (lichtelijk jaloers op de Thailandgangers).
Op deze website schrijven de hondjes van de bakker hun avonturen. Neem niet alles even serieus! Het leven is een lachertje, toch?
donderdag 31 december 2009
dinsdag 1 december 2009
De geesten van de gele bladeren
Ik ben geïnteresseerd in Thailand en omdat ik ook graag lees probeer ik natuurlijk boeken te vinden over mijn favoriete onderwerp. Omdat ik me jammer genoeg uit onkunde beperk tot de Nederlandse taal ben ik snel uitgelezen. Mijn favoriete schrijver over Thailand is Hans Werner, zijn boek de kleine groene Boeddha geeft mijns inziens het Thaise leven het beste weer.
Een tijdje geleden heb ik echter een parel van een boek gevonden m.b.t. het onderwerp Thailand: De geesten van de gele bladeren van Hugo Adolf Bernatzik. Ik heb dit boek met buitengewoon veel plezier gelezen. De oorspronkelijke uitgave is verschenen onder de titel “Die Geister der gelben Blätter”. En in 1938 is de Nederlandse vertaling verschenen. Het is alleen nog in de tweedehandsboekenwinkel te vinden. Mijn exemplaar heb ik op marktplaats gevonden. Natuurlijk helemaal vergeelt maar nog in goede staat, natuurlijk ouderwets degelijk gebonden. Het boek bevat ook een aantal mooie, oude foto’s. Omdat het een oud boek is, is het Nederlands ook wat van de oude soort, maar ik vond het toch goed te lezen.
Bernatzik was een etnoloog en het moge duidelijk zijn dat dit beroep wat hij voor en in de 2e wereldoorlog heeft uitgeoefend na de oorlog tot discussie heeft geleid. Er is een Nederlandstalig proefschrift verschenen waarin wat mij betreft zijn onschuld is bewezen. Verder krijg ik de indruk uit het boek, waarin ook persoonlijke “momenten” worden beschreven, dat we hier te doen hebben met een geëmancipeerd mens met een brede visie. Die zich niet de kortzichtige houding en beperkte blik toeeigent van de “Übermensch”.
Bernatzik heeft samen met zijn vrouw in 1937/ 1938 een expeditie ondernomen naar het Zuid-Oost Azië. Het doel was de oorspronkelijke bevolking te leren kennen, primitieve jagers/ verzamelaars te zoeken en te bestuderen en de roofbouw bedrijvende bergstammen te bestuderen. In het boek beschrijft hij deze expeditie. In eerste instantie bezoekt hij Zuid-Birma m.n. de Mergoei-Archipel, hij zoekt de zeenomaden en de Moken. In dit eerste deel is zijn expeditie niet geheel succesvol en hij vind niet exact wat hij dacht te vinden.
Het tweede deel vind ik persoonlijk het mooiste. Hij beschrijft mooi zijn zoektocht naar de Phi Tong Loeang, duidelijk is dat dit de “slagroom” van zijn expeditie is en het valt niet mee deze moeilijk bereikbare stam te vinden. Zijn zoektocht verloopt natuurlijk niet vlotjes zoals we ons allemaal wel kunnen voorstellen in het ongeorganiseerde Thailand. Natuurlijk wordt hij “geholpen” door allerlei onduidelijke figuren die hen voor een spotprijs de goede weg wijzen. Het is mooi om te lezen enerzijds omdat we hierin de commerciële aard van de (Chinese) Thai hierin herkennen, anderzijds is het Thailand uit die tijd nog heel wat “ongebaander” dan wat wij nu kennen. Als hij eindelijk de stam van de Gele Bladeren vindt, beschrijft hij zijn antroposofisch onderzoek naar deze primitieve mens, wat natuurlijk een bijzonder inzicht geeft in onze mens uit het stenen tijdperk.
Wat mij het meest aanspreekt in het boek:
Bernatzik is voor zijn tijd een geëmancipeerd mens, hij ziet zijn vrouw als zijn gelijke, roemt haar bijdrage aan de expeditie en het boek en ziet haar inzichten als een aanvulling op de zijne.
In het boek beschrijft hij de destructieve invloed van missionarissen. Dat ik ook, gezien zijn tijd bijzonder vind en bijzonder kan beamen.
Verder is alles tussen de regels door erg mooi geschreven omdat al de eigenaardigheden van de Thai en de daarmee samenhangende ongemakkelijkheden die wij zelf ook in Thailand kunnen ondervinden zeer herkenbaar zijn. Natuurlijk is het boek doorspekt met anekdotes van animistische rituelen.
Een tijdje geleden heb ik echter een parel van een boek gevonden m.b.t. het onderwerp Thailand: De geesten van de gele bladeren van Hugo Adolf Bernatzik. Ik heb dit boek met buitengewoon veel plezier gelezen. De oorspronkelijke uitgave is verschenen onder de titel “Die Geister der gelben Blätter”. En in 1938 is de Nederlandse vertaling verschenen. Het is alleen nog in de tweedehandsboekenwinkel te vinden. Mijn exemplaar heb ik op marktplaats gevonden. Natuurlijk helemaal vergeelt maar nog in goede staat, natuurlijk ouderwets degelijk gebonden. Het boek bevat ook een aantal mooie, oude foto’s. Omdat het een oud boek is, is het Nederlands ook wat van de oude soort, maar ik vond het toch goed te lezen.
Bernatzik was een etnoloog en het moge duidelijk zijn dat dit beroep wat hij voor en in de 2e wereldoorlog heeft uitgeoefend na de oorlog tot discussie heeft geleid. Er is een Nederlandstalig proefschrift verschenen waarin wat mij betreft zijn onschuld is bewezen. Verder krijg ik de indruk uit het boek, waarin ook persoonlijke “momenten” worden beschreven, dat we hier te doen hebben met een geëmancipeerd mens met een brede visie. Die zich niet de kortzichtige houding en beperkte blik toeeigent van de “Übermensch”.
Bernatzik heeft samen met zijn vrouw in 1937/ 1938 een expeditie ondernomen naar het Zuid-Oost Azië. Het doel was de oorspronkelijke bevolking te leren kennen, primitieve jagers/ verzamelaars te zoeken en te bestuderen en de roofbouw bedrijvende bergstammen te bestuderen. In het boek beschrijft hij deze expeditie. In eerste instantie bezoekt hij Zuid-Birma m.n. de Mergoei-Archipel, hij zoekt de zeenomaden en de Moken. In dit eerste deel is zijn expeditie niet geheel succesvol en hij vind niet exact wat hij dacht te vinden.
Het tweede deel vind ik persoonlijk het mooiste. Hij beschrijft mooi zijn zoektocht naar de Phi Tong Loeang, duidelijk is dat dit de “slagroom” van zijn expeditie is en het valt niet mee deze moeilijk bereikbare stam te vinden. Zijn zoektocht verloopt natuurlijk niet vlotjes zoals we ons allemaal wel kunnen voorstellen in het ongeorganiseerde Thailand. Natuurlijk wordt hij “geholpen” door allerlei onduidelijke figuren die hen voor een spotprijs de goede weg wijzen. Het is mooi om te lezen enerzijds omdat we hierin de commerciële aard van de (Chinese) Thai hierin herkennen, anderzijds is het Thailand uit die tijd nog heel wat “ongebaander” dan wat wij nu kennen. Als hij eindelijk de stam van de Gele Bladeren vindt, beschrijft hij zijn antroposofisch onderzoek naar deze primitieve mens, wat natuurlijk een bijzonder inzicht geeft in onze mens uit het stenen tijdperk.
Wat mij het meest aanspreekt in het boek:
Bernatzik is voor zijn tijd een geëmancipeerd mens, hij ziet zijn vrouw als zijn gelijke, roemt haar bijdrage aan de expeditie en het boek en ziet haar inzichten als een aanvulling op de zijne.
In het boek beschrijft hij de destructieve invloed van missionarissen. Dat ik ook, gezien zijn tijd bijzonder vind en bijzonder kan beamen.
Verder is alles tussen de regels door erg mooi geschreven omdat al de eigenaardigheden van de Thai en de daarmee samenhangende ongemakkelijkheden die wij zelf ook in Thailand kunnen ondervinden zeer herkenbaar zijn. Natuurlijk is het boek doorspekt met anekdotes van animistische rituelen.
zondag 1 november 2009
Weg weg, dan maar naar Pai. Typisch geval van pech of weg?
In oktober 2009 hebben we een paar dagen wat rond gereisd in noordwest Thailand. Lampang is onze uitvalsbasis, mijn vader woont daar met zijn Thaise echtgenote en wij zijn soms in de gelegenheid hen te bezoeken en dan ook nog wat tripjes te ondernemen. De reis zou een paar dagen in beslag nemen en in het kort zou de geplande route zijn: Lampang, Tak, Mae Sot-Wa Le-Mae Sot-Mae Sariang en dan via Chiang Mai weer terug naar Lampang. Vandaag schrijf ik over het stuk vanaf Mae Sariang en de ongelukkige routewijziging.
Mae Sariang is een zeer rustig plaatsje aan de grens met Birma. De grens tussen Birma en Thailand wordt daar bepaald door de grensrivier de Mae Naam Salawin. We hadden die nacht comfortabel overnacht in het “Riverhouse Resort Mae Sariang”. Eigenlijk een beetje te luxe voor ons maar omdat we de nacht ervoor een zeer low budget accommodatie hadden gehad en onder zeer primitieve omstandigheden hadden geslapen moest ik mijn echtgenote beloven een betere accommodatie te zoeken. Omdat ik dus behoorlijk in het krijt stond bij haar, en na een lange autorit achter de rug vonden we gelukkig dit aangename resort.
Na het ontbijt had ik bepaald dat we via weg nummer 108 naar Chiang Mai zouden gaan reizen. De weg die onder het Doi Inthanon loopt en een stuk langs de Mae Naam Ping. Ongeveer 195 kilometer voor de boeg, door de bergen maar goed te doen in 1 dag met de auto. We waren echter nog met net op weg totdat er `file` opdoende. File in de bergen, dat kan toch niet, er moet wat aan de hand zijn. We reden langs een 50-tal stilstaande auto’s en bussen, de meesten passagiers en chauffeurs waren uitgestapt. We hebben de auto ook maar “geparkeerd” en zijn te voet naar voren gelopen. Daar werd duidelijk de reden van het oponthoud! De weg was weg! Door een complete aardverschuiving/ landslide was een stuk weg, een complete bocht van ongeveer 750 meter kompleet weg gezakt van de berg. Er was een ambulance aanwezig en hulpverleners omdat er mensen bij het puin van de weg in het ravijn lagen. De mensen werden door hulpverleners met brancards naar boven gehaald. Verder waren er inmiddels graafmachines bezig om e.a. begaanbaar te maken. Wij in conclaaf wat te doen? Mijn mening was; al die Thaise mensen staan toch niet voor niets hier te wachten? Dan kunnen wij toch ook wel even wachten? Daarbij wist ik wat het alternatief zou zijn: De enige andere weg zou via Mae Hong Song en Pai naar Chiang Mai lopen. Die weg ken ik, ik had daar een paar jaar geleden al gereden en ik vind dat een verschrikkelijke weg. 1 miljoen bochten kent die weg, daar is simpelweg geen 200 meter recht. In 2001 heb ik daar echt alles uit mij lijf gekotst zo wagenziek werd ik. Dus mijn plan stond vast; wachten. Mijn vader had echter een heel andere mening, zag ik wel hoe een puinhoop dat het was? Dat kon toch onmogelijk in afzienbare tijd worden opgeruimd? En daarbij de noodvoorziening die werd getroffen, hoe begaanbaar zou die zijn voor de aan beide zijde van het incident verzamelde opstopping van auto’s bussen en andere voertuigen. Daarbij had hij een nog zwaarwegender argument. De situatie waar we ons in bevonden was zeer onveilig. De landslide was ontstaan doordat er enorme ladingen regen was gevallen, het was immers regentijd. De grond was verzadigd van de regen daardoor zeer instabiel. Er was een zeer groot gedeelte van de weg van de berg afgezakt, maar dat wilde zeker niet zeggen dat waar we nu op stonden dat dat wel stevig was. Kortom mijn argumentatie dat die Thais ook niet voor niets stonden te wachten hield geen stand. Hij woont al lang in Thailand en gooide ook nog maar eens de efficiency van de Thais in de strijd. En toen kon ik het niet winnen. We zouden keren en de door mij gewraakte route gaan rijden. Hoe anders zijn de Thais, rustig afwachten tot wat er komen gaat, daarbij was er inmiddels voldoende interessants voor hen te zien, er waren immers tal van officials ter plekke, ook de pers had zich inmiddels gemeld en ongeluk en lijden zijn nooit te vermijden! Ik verwacht dat er snel na ons vertrek ook eetkarretjes zijn gearriveerd, zo’n grote groep wachtende is natuurlijk klandizie!
Wij wachten niet af en zijn omgekeerd naar ons startpunt Mae Sariang en daar de weg op om via Mae Hong Song naar Pai te reizen. Kijk eens op een plattegrond, vergis je niet, die weg is echt niet recht. Honderden haarspeldbochten die enkel te doorstaan zijn met veel wagenziekte tabletjes. De weg voert door een mooi maar ook gevaarlijk gebied. Het uitzicht in de bergen is geweldig en je kijkt zo naar het “magische” Birma. In dit gebied vinden veel illegale grensoverschrijdingen plaats en volgens onbevestigde berichten vinden er regelmatig berovingen plaats. De weg is lang met weinig plekjes om te stoppen voor versnaperingen ook geen regelmatige benzinestations. Maar na een lange dag rijden kwamen we in Pai aan. Ik was er in 2001 al eens geweest en wat een verandering! In 2001 was het een gek klein plaatsje als het ware een hippieontmoetingsplek met 1 weg. Nu was het veel groter geworden met echte kruispunten met zelfs stoplichten! Toentertijd woonden er in Pai een uit China afkomstige moslimgemeenschap en vormden met de verschillende bergvolkeren een bont palet mensen. Nu is Pai nog een aangename plek om te verblijven, het heeft het hippietijdperk uitgebuit en overal vind je aparte zaakjes met ongewone drankjes, eten , ecotoerisme, spirituele cursussen enz. enz. Pai is zeker een bezoek waard!
zondag 4 oktober 2009
Wandelen met de hondjes van de bakker
Op zondag 4 oktober, Werelddierendag, hadden we weer een wandeling voor de hondjes van de bakker. Door vakantie en andere beslommeringen was de opkomst gering. Maar het was weer een “spannende” dag. Het doel van de wandeling was “de Mussenberg”, daar naar toe wandelend langs de Neerbeek, hadden Song en Wietske het plan opgepakt om eens op ontdekkingsreis te gaan. Daar hebben we dus zeker 15 minuten op moeten wachten! Toen we daarna de wandeling hervatte waren we wederom regelmatig wat “kleine onderzoekers” kwijt. Onze logee Sascha bleef fijn bij ons en heeft genoten. Uiteindelijk toch de Mussenberg bereikt, zaten we daar heerlijk in het zonnetje! Wat een mooi uitzicht, heerlijk toeven voor hondjes en baasjes. Toen we weer op weg wilde gaan om richting huis te wandelen, waren Siep en Song spoorloos verdwenen. Daar hebben we een lange tijd op gewacht en gezocht, uiteindelijk kwamen de dames “aangekakt”. Zodoende werd onze planning danig in de war geschopt en hadden we weinig zin om terug te wandelen. Gelukkig kwam de Echte Bakker ons halen en konden we eindelijk aan de koffie met vlaai. Een rare wandeling op die mannier!Hieronder de route, de helft te voet en de helft met de auto, we hopen de route de volgende keer weer eens echt helemaal te wandelen. Over ongeveer 6 weken weer wandelen met de “hondjes van de bakker”.
maandag 21 september 2009
Thailand
Eén van mijn hobby’s is Thailand. Hoe kan een land hobby zijn? Ik lees alles wat vast en los zit over Thailand, volg discussies, blogs en prikpagina’s over Thailand, zit op Thaise taalles, ik ga zo vaak mogelijk (?!) naar Thailand toe, eet en kook af en toe Thais, droom en ouwehoer heel veel over Thailand, en zondags een Thaise Sang Som met cola! Ik zal proberen “regelmatig” wat te schrijven over Thailand. Dat kan zijn over een interessante plek, wetenswaardigheid, ervaring of activiteit.
Mekhala Cruise Bangkok - Ayutthaya
Naar aanleiding van een tip van Khun Rob van de ThailandGekClub maakten Christine en ik in februari 2008 deze 2 dagentour die we vooraf hadden geboekt bij 333Travel. Deze tour wordt door diverse touroperators aangeboden en is ook in Thailand zelf te boeken. Zoek zelf even op internet voor de beste aanbieder.
De Mekhala is een traditionele rijstvrachtboot van teakhout, omgebouwd naar een passagiersvaartuig met zes hutten. Wij werden vroeg in de ochtend opgehaald bij het hotel in Bangkok en met een auto, chauffeur en een gids naar Ayutthaya gebracht. Alhoewel ik al diverse malen in Thailand was geweest was ik nog niet eerder in deze grote toeristische trekpleister. Ik vond het fijn om het eens een keer gezien te hebben.
Stel je niet teveel voor van de gids, gebrekkig Engels, maar zeer vriendelijk, behulpzaam en gezellig. Het viel op dat het er erg rustig was, waardoor we fijn konden rondlopen en fotograferen. Ook bezochten we het Zomerpaleis in Bang Pa-In wat ongeveer 20 km van Ayuthaya af ligt. Daar lag ook “onze boot” aangemeerd en in de loop van de middag gingen we aan boord. Leuke huts, het dek gezellig en comfortabel en met een drankje in de hand voelde we ons al snel “thuis”. De boot voer stroomafwaarts over de Chao Phraya naar een klein, niet noemenswaardig dorpje, waar het aanmeerde bij een tempel. Daar werd het schip aan de stroomkabel aangesloten (airco). In het dorp was weinig te beleven en bij de tempel liepen tragische honden rond. Dus wij lagen al snel weer te luieren op het dek. Daar werd in de avond een diner geserveerd, waarna wij de hut in doken. Daar waren helaas 3 opties beschikbaar:
1. Niet kunnen slapen van de hitte
2. Niet kunnen slapen van de herrie van de airco
3. Nergens niks van aan trekken, zelf gaan snurken en doorslapen (Christine)
Dus ben ik in de ochtend heel vroeg (04.30) opgestaan om verder te dutten op het dek. Daar was het heerlijk aangenaam en al vroeg, terwijl de rest nog sliep, zette het schip zijn tocht weer voort. En dat is dus de aanrader om vooral dan op het dek te blijven. Je ziet het land wakker worden en mensen starten met het dagelijkse leven. Je ziet houten huizen op palen, afwas- en baddertaferelen, vissende mannen en spelende kinderen. Op een bepaald moment wordt ontbijt geserveerd en langzaamaan zie je steeds meer activiteiten, huizen en gebouwen aan de oever. Ook wordt het steeds drukker op het water naarmate dat Bangkok wordt genaderd. Dan zie je de Boonrawd Brewery opdoemen, daar komt dus de Singha vandaan! De boot blijft doorvaren tot een eind in Bangkok waar de Mae Naam Chao Phraya erg breed is. Op het einde van de ochtend werden we “ontscheept”. Al met al een leuke tocht, ondanks dat ik niet heb kunnen slapen vind ik het toch een aanrader.
De Mekhala is een traditionele rijstvrachtboot van teakhout, omgebouwd naar een passagiersvaartuig met zes hutten. Wij werden vroeg in de ochtend opgehaald bij het hotel in Bangkok en met een auto, chauffeur en een gids naar Ayutthaya gebracht. Alhoewel ik al diverse malen in Thailand was geweest was ik nog niet eerder in deze grote toeristische trekpleister. Ik vond het fijn om het eens een keer gezien te hebben.
Stel je niet teveel voor van de gids, gebrekkig Engels, maar zeer vriendelijk, behulpzaam en gezellig. Het viel op dat het er erg rustig was, waardoor we fijn konden rondlopen en fotograferen. Ook bezochten we het Zomerpaleis in Bang Pa-In wat ongeveer 20 km van Ayuthaya af ligt. Daar lag ook “onze boot” aangemeerd en in de loop van de middag gingen we aan boord. Leuke huts, het dek gezellig en comfortabel en met een drankje in de hand voelde we ons al snel “thuis”. De boot voer stroomafwaarts over de Chao Phraya naar een klein, niet noemenswaardig dorpje, waar het aanmeerde bij een tempel. Daar werd het schip aan de stroomkabel aangesloten (airco). In het dorp was weinig te beleven en bij de tempel liepen tragische honden rond. Dus wij lagen al snel weer te luieren op het dek. Daar werd in de avond een diner geserveerd, waarna wij de hut in doken. Daar waren helaas 3 opties beschikbaar:
1. Niet kunnen slapen van de hitte
2. Niet kunnen slapen van de herrie van de airco
3. Nergens niks van aan trekken, zelf gaan snurken en doorslapen (Christine)
Dus ben ik in de ochtend heel vroeg (04.30) opgestaan om verder te dutten op het dek. Daar was het heerlijk aangenaam en al vroeg, terwijl de rest nog sliep, zette het schip zijn tocht weer voort. En dat is dus de aanrader om vooral dan op het dek te blijven. Je ziet het land wakker worden en mensen starten met het dagelijkse leven. Je ziet houten huizen op palen, afwas- en baddertaferelen, vissende mannen en spelende kinderen. Op een bepaald moment wordt ontbijt geserveerd en langzaamaan zie je steeds meer activiteiten, huizen en gebouwen aan de oever. Ook wordt het steeds drukker op het water naarmate dat Bangkok wordt genaderd. Dan zie je de Boonrawd Brewery opdoemen, daar komt dus de Singha vandaan! De boot blijft doorvaren tot een eind in Bangkok waar de Mae Naam Chao Phraya erg breed is. Op het einde van de ochtend werden we “ontscheept”. Al met al een leuke tocht, ondanks dat ik niet heb kunnen slapen vind ik het toch een aanrader.
maandag 24 augustus 2009
Wandelen met de hondjes van de Bakker
Wat een fijne wandeling op een zonnige zondag. Alle hondjes van de bakker waren uitgenodigd. Jammergenoeg kon Funzy met zijn baasjes niet komen. Maar de volgende keer willen ze er graag bij zijn. Manon met haar jonge Kooiker Milo wilde ook graag meegaan. Dus daar gingen Siep, Song, Wietske, Milo, Sammy en zijn huisgenootje met de baasjes May, Jeanette, Ellen, Carin en Manon op pad. Over de "Bypass" door het "zwaar veld" naar de Maas. Dat stuk is recent "geupdated" door het waterschap. Het is daar erg mooi, er lopen schapen en paarden. Omdat het erg warm was wilde alle hondjes graag het water in. Jack Russels zijn geen waterhonden. Maar Wietske is daar de grote uitzondering op! Wat een waterrat is dat. Milo ging voor het eerst helemaal het water in, schoorvoetend dat wel. Maar misschien als hij wat meer ervaring opdoet, dat hij in de toekomst zijn ras "eer aan doet". Siep en Song gingen wel het water in, maar graag de oren droog houden! En Sammy is niet zo'n angsthaas, die durft wel.
In totaal hebben we 5,21 kilometer gelopen en inclusief de tijd aan het water zijn we één uur en 35 minuten weg geweest. Het Bakkersbaasje stond ons op te wachten met lekkere vlaai en koffie. Het was een geslaagde ochtend en voor herhaling vatbaar. Wanneer? Zondag 4 oktober?
Met de GPS heb ik de route "getekend" deze is te zien op deze link.
maandag 10 augustus 2009
Een dagje uit, Öcher Bend
Een dagje uit met onze beste vriendinnen. Naar de Öcher Bend, een gezellig uitje naar Aken. Voor de fun heb ik de hele dag de GPS aan te laten staan, hieronder zie je de route die voor het grote deel natuurlijk met de auto is gereden, maar natuurlijk ook een heel stuk gelopen op de Öcher Bend. En s'avonds lekker Mexicaans gegeten, een gezellig lekker dagje!
woensdag 5 augustus 2009
Verkante Keer
Elk jaar moest er weer een “dorpshomo” voor schut worden gezet op de Bonte Avond…Dat was de reden dat “Verkante Keer” reden zag zich eens van de “andere” kant te laten zien. Eind 2007 kwamen 4 mannen en 4 vrouwen uit Neer samen om een act te verzinnen. Het moest iets anders zijn, iets waarmee een statement werd gemaakt, iets waarmee duidelijk zou worden dat homo’s gewoon zijn. We hebben er op zitten broeden, maar op de bonte avond 2008, voorafgaand aan het carnaval, kregen we de handen op elkaar met de act “Wè zeen wie euch”. Luid gejuich en een staande ovatie kregen we als “Verkante Keer” waarin vanaf de eerste minuut duidelijk was; “ieder jaar zo’n nephomo, nu zullen wij ons eens zelf laten zien”! De voorbereiding en de uitvoering heeft ons zelf veel plezier verschaft. Maar bovenal de hartverwarmende reacties die we van veel mensen mochten ontvangen. Het ijs was gebroken, iedereen liet ons merken, jullie horen er bij.
Eind 2008 begon het weer te kriebelen; moeten we niet nog een keer? Het was immers zo leuk geweest. Met een totaal ander thema hebben we als “Verkante Keer” de bonte avond van 2009 opgeluisterd met “Air Naer”. Hieronder kunt u de optredens van “Verkante Keer” bekijken.
Eind 2008 begon het weer te kriebelen; moeten we niet nog een keer? Het was immers zo leuk geweest. Met een totaal ander thema hebben we als “Verkante Keer” de bonte avond van 2009 opgeluisterd met “Air Naer”. Hieronder kunt u de optredens van “Verkante Keer” bekijken.
maandag 3 augustus 2009
Een normaal wandelrondje
Dagelijks lopen we natuurlijk een fijn rondje. Hier in Neer is het heel mooi. Met de GPS heb ik de route "getekend" deze is inclusief foto's te zien op deze link.
zaterdag 1 augustus 2009
Ik ben Siep
Ik woon samen met mijn baasjes en onze Song in Neer! Neer is een klein dorpje en ligt in midden Limburg aan de Napoleonsweg. (N273, bij die weg, mag ik dus niet komen!) In dat dorpje heeft mijn baasje een bakkerij en ik ben dus het hondje van de bakker! In de bakkerij mag ik dus ook al niet komen, maar ik weet dat mijn baasje heel lekker brood bakt. Ik krijg af en toe wat toegestopt, en ik kan je zeggen; mijn baasje is de beste Echte bakker! Mijn lievelingseten is wafels! José bakt die op dinsdag, dat kan ik in huis al ruiken en ik sta dan te kwispelen van afwachting, want meestal krijg ik wel een stukje.
Ik ben op 24 februari in 2003 geboren. Mijn eerste weken van mijn leven heb ik doorgebracht bij Joepie's place in Roggel. Joep is inmiddels verhuisd. Mijn baasjes vinden mij heel knap en lief. Maar mijn wandelbaasje zegt soms dat ik een beetje mislukt ben. Dat komt omdat ik een beetje scheve voorpoten heb. Mijn hobby’s zijn slapen, met mijn kussen spelen en wandelen natuurlijk! Verder vind ik het altijd leuk als er mensen op bezoek komen, vooral als ze zwarte kleren aan hebben. Dan denken ze thuis nog aan mij!
Mijn dag ziet er ongeveer zo uit: Mijn slaapbaasje staat om ongeveer 04.00 op, want die moet brood bakken voor heel Neer! Ik blijf dan nog lekker in bed liggen. Om ongeveer 05.45 staat mijn wandelbaasje op, ik blijf dan nog even liggen want zij moet eerst naar de badkamer. Dan gaan we meestal een "grote" ronde wandelen. Ik doe dan ook altijd effe poepen. Ik moet nog uitkijken waar ik dat doe, want ik mag niet overal. Maar meestal ga ik zo dicht mogelijk bij de rand van de beek zitten. Dat is nog een heel gedoe, want ik ben op die mannier al twee keer in de beek gedonderd en ik hou helemaal niet van zwemmen!
Als ik terug kom van het wandelen gaat mijn ene baasje boterhammen smeren en ik krijg dan een stukje worst! Daarna ga ik snel zat op de bank slapen, want ik ben nogal lui aangelegd! Rond de middag mogen we van het slaapbaasje in de tuin. Dat is voor mij een mooie gelegenheid om de buurhonden en kat uit te blaffen, dat zijn namelijk mijn vrienden niet. Daarna, als ik rustig ben mag ik samen met m'n slaapbaasje slapen. Als die dan opstaat, ongeveer om 16.30 sta ik ook op. Ik ga dan wat spelen, nadenken of ik probeer Song te vervelen. Die woont hier wel in huis, maar ik vind er niet zoveel aan. Het is m’n dochter maar voor mij had ie niet hoeven te blijven. Tegen zessen komt het wandelbaasje weer thuis en in de avond zit ik met m'n baasjes op de bank of we gaan ergens op bezoek. Dan gaan we nog effe naar de sterren kijken, maar ik moet ook weer vroeg naar bed want morgen is het: Gezond weer op!
Van Siep |
Ik ben op 24 februari in 2003 geboren. Mijn eerste weken van mijn leven heb ik doorgebracht bij Joepie's place in Roggel. Joep is inmiddels verhuisd. Mijn baasjes vinden mij heel knap en lief. Maar mijn wandelbaasje zegt soms dat ik een beetje mislukt ben. Dat komt omdat ik een beetje scheve voorpoten heb. Mijn hobby’s zijn slapen, met mijn kussen spelen en wandelen natuurlijk! Verder vind ik het altijd leuk als er mensen op bezoek komen, vooral als ze zwarte kleren aan hebben. Dan denken ze thuis nog aan mij!
Mijn dag ziet er ongeveer zo uit: Mijn slaapbaasje staat om ongeveer 04.00 op, want die moet brood bakken voor heel Neer! Ik blijf dan nog lekker in bed liggen. Om ongeveer 05.45 staat mijn wandelbaasje op, ik blijf dan nog even liggen want zij moet eerst naar de badkamer. Dan gaan we meestal een "grote" ronde wandelen. Ik doe dan ook altijd effe poepen. Ik moet nog uitkijken waar ik dat doe, want ik mag niet overal. Maar meestal ga ik zo dicht mogelijk bij de rand van de beek zitten. Dat is nog een heel gedoe, want ik ben op die mannier al twee keer in de beek gedonderd en ik hou helemaal niet van zwemmen!
Als ik terug kom van het wandelen gaat mijn ene baasje boterhammen smeren en ik krijg dan een stukje worst! Daarna ga ik snel zat op de bank slapen, want ik ben nogal lui aangelegd! Rond de middag mogen we van het slaapbaasje in de tuin. Dat is voor mij een mooie gelegenheid om de buurhonden en kat uit te blaffen, dat zijn namelijk mijn vrienden niet. Daarna, als ik rustig ben mag ik samen met m'n slaapbaasje slapen. Als die dan opstaat, ongeveer om 16.30 sta ik ook op. Ik ga dan wat spelen, nadenken of ik probeer Song te vervelen. Die woont hier wel in huis, maar ik vind er niet zoveel aan. Het is m’n dochter maar voor mij had ie niet hoeven te blijven. Tegen zessen komt het wandelbaasje weer thuis en in de avond zit ik met m'n baasjes op de bank of we gaan ergens op bezoek. Dan gaan we nog effe naar de sterren kijken, maar ik moet ook weer vroeg naar bed want morgen is het: Gezond weer op!
En ik ben Song!
Eigenlijk zijn we dus niet het hondje van de bakker maar de HONDJES VAN DE ECHTE BAKKER! Want ons baasje is de enige Echte Bakker van de wijde omgeving. Ik ben de dochter van Siep maar bijna niemand gelooft dat omdat ik zo “anders” ben. Ik moet toch altijd al voor mijn rechten op komen want ik wordt hier in huis nogal behandeld als de laatste van het stel. En dat nog wel terwijl mijn naam 2 betekent! Op 24 Maart 2006 ben ik hier dus in huis geboren. Ik weet daar niets meer van maar mijn ene bazige baasje heeft daar van alles van op een website gezet. Onze geboorte was zelfs live per webcam te zien! Ik vind dat nogal extreem hoor maar het resultaat is dus dat bijna iedereen mij kent.
Mijn probleem is dat ik niet echt serieus genomen wordt. Mijn baasje zegt dat ik dom ben, maar dat is helemaal niet waar! Ik heb het hoogste punt gehaald op de hondencursus, ik was de beste van de klas! Het schijnt er alleen een beetje komisch uit te zien. Mijn ene baasje denkt dat ik alles goed doe omdat ik gewoon niet slimmer ben om iets anders te verzinnen. Maar dat is niet waar ik ben gewoon graag hier. En niet iedereen kan toch zo slim zijn als ons mam! Ons mam (Siep dus) dat is een serieus type die veel nadenkt en altijd denkt dat ze voor iedereen moet zorgen.
Ik doe elke dag ongeveer hetzelfde als ons mam alleen geef ik eerlijk toe dat ik bijna de hele dag slaap. Op de dagen dat mijn bakkersbaasje niet hoeft te werken ben ik als eerste wakker en dan ga ik één voor één iedereen wakker maken. Dat vinden ze niet leuk, maar ik vind het juist leuk om te spelen en te dollen. En ik vind dat het wandelbaasje op tijd moet op staan om met Siep en mij te wandelen. Dan kan ik kijken of er nog ergens katten, kippen of nog veel leuker; konijnen zitten. Kortom je snapt wel dat dus die 3 K’s een belangrijke factor zijn in mijn leven, daar kan ik wel de hele dag van dromen. Wandelen is wel leuk omdat ik dan wat honden uit de buurt tegen kom. Sommige vind ik wel leuk, en sommige een stuk minder, maar zelden zie je zo'n leuk type als ik ben.
En ik heb ook heel de dag honger, daar houd hier ook niemand rekening mee. In het begin noemde mijn baasje me dikke, maar ik ben gewoon een beetje een mollig type. En hoe durft ze dat sowieso te zeggen? Dat ze naar zich zelf kijkt! En het ene baasje begrijpt mij wel, die weet wat het is dat je de hele dag zin hebt in eten en speciaal in koekjes of chips. Het andere baasje is gewoon streng, maar ja, misschien is dat wel nodig in mijn geval………Maar ik ben toch het zonnetje in huis!
LaPalma 2007 |
Mijn probleem is dat ik niet echt serieus genomen wordt. Mijn baasje zegt dat ik dom ben, maar dat is helemaal niet waar! Ik heb het hoogste punt gehaald op de hondencursus, ik was de beste van de klas! Het schijnt er alleen een beetje komisch uit te zien. Mijn ene baasje denkt dat ik alles goed doe omdat ik gewoon niet slimmer ben om iets anders te verzinnen. Maar dat is niet waar ik ben gewoon graag hier. En niet iedereen kan toch zo slim zijn als ons mam! Ons mam (Siep dus) dat is een serieus type die veel nadenkt en altijd denkt dat ze voor iedereen moet zorgen.
Ik doe elke dag ongeveer hetzelfde als ons mam alleen geef ik eerlijk toe dat ik bijna de hele dag slaap. Op de dagen dat mijn bakkersbaasje niet hoeft te werken ben ik als eerste wakker en dan ga ik één voor één iedereen wakker maken. Dat vinden ze niet leuk, maar ik vind het juist leuk om te spelen en te dollen. En ik vind dat het wandelbaasje op tijd moet op staan om met Siep en mij te wandelen. Dan kan ik kijken of er nog ergens katten, kippen of nog veel leuker; konijnen zitten. Kortom je snapt wel dat dus die 3 K’s een belangrijke factor zijn in mijn leven, daar kan ik wel de hele dag van dromen. Wandelen is wel leuk omdat ik dan wat honden uit de buurt tegen kom. Sommige vind ik wel leuk, en sommige een stuk minder, maar zelden zie je zo'n leuk type als ik ben.
En ik heb ook heel de dag honger, daar houd hier ook niemand rekening mee. In het begin noemde mijn baasje me dikke, maar ik ben gewoon een beetje een mollig type. En hoe durft ze dat sowieso te zeggen? Dat ze naar zich zelf kijkt! En het ene baasje begrijpt mij wel, die weet wat het is dat je de hele dag zin hebt in eten en speciaal in koekjes of chips. Het andere baasje is gewoon streng, maar ja, misschien is dat wel nodig in mijn geval………Maar ik ben toch het zonnetje in huis!
vrijdag 31 juli 2009
Christine
Ik ben Christine (de Echte Bakker), geboren en getogen in Neer. In 1988 heb ik als 23 jarige de bakkerij van mijn oom in Heibloem overgenomen. Later heb ik ook een bakkerij met winkel in Neer overgenomen. De bakkerij is mijn lust en mijn leven, lees meer over mijn bedrijf op http://www.christinedeechtebakker.nl/
Carin
Ik ben Carin, op deze blog lees je waar ik me in mijn vrije tijd mee bezig houd dat is o.a. deze blog dus, wat internetgedoe en mijn “hobby”; Thailand. Verder werk ik natuurlijk gewoon… tot het moment dat we die hele dikke goudvis van de staatsloterij gaan binnen halen! Er is overigens plenty plaats op onze bankrekening, dus het schip met geld mag wat mij betreft zo binnenlopen! Ik kom oorspronkelijk uit Brabant maar woon nu al wat jaren in het “pittoreske” Neer.
donderdag 30 juli 2009
Opstartfase
We zitten nog in de opstartfase van deze blog. Binnenkort meer! Natuurlijk informatie over de hondjes van de bakker, maar ook over Thailand en natuurlijk foto's!
Abonneren op:
Posts (Atom)